ECLI:NL:CRVB:2018:798
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering en ziekengeld na auto-ongeval; beoordeling medische geschiktheid en FML
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering en ziekengeld aan appellante, die zich ziek had gemeld na een auto-ongeval. Appellante had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) concludeerde dat zij op de datum van de aanvraag minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het Uwv baseerde deze conclusie op een zorgvuldig medisch onderzoek, waarbij de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 13 november 2015 werd gehanteerd. Appellante was het niet eens met deze beoordeling en stelde dat haar klachten niet adequaat waren meegenomen in de FML.
De rechtbank Overijssel had eerder de besluiten van het Uwv bekrachtigd, maar appellante ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft appellante haar standpunt herhaald dat de FML niet voldoende rekening hield met haar lichamelijke en psychische klachten, waaronder een postwhiplashsyndroom. Het Uwv heeft in zijn verweer gesteld dat de FML voldoende was onderbouwd en dat appellante geschikt was voor de geselecteerde functies.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante niet gevolgd en de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat het Uwv zorgvuldig onderzoek had verricht en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de FML. De Raad concludeerde dat appellante, ondanks haar klachten, in staat was om de geselecteerde functies te vervullen, en dat het Uwv terecht had vastgesteld dat zij geen recht had op een WIA-uitkering of ziekengeld.