ECLI:NL:CRVB:2019:1143
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag WAO-uitkering zonder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in Marokko woont, had een herhaalde aanvraag ingediend om terug te komen van een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 27 december 2007, waarin was vastgesteld dat hij geen recht had op een WAO-uitkering. De Raad oordeelde dat de aanvraag terecht was afgewezen, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die de aanvraag konden ondersteunen. De appellant had eerder al een afwijzing ontvangen en de rechtbank had in haar uitspraak geoordeeld dat de door appellant overgelegde medische gegevens niet nieuw waren en geen betrekking hadden op de relevante periode. De Raad bevestigde deze bevindingen en oordeelde dat de herhaalde aanvraag niet voldeed aan de eisen van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad concludeerde dat het Uwv de aanvraag terecht had afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.