ECLI:NL:CRVB:2019:1159

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 maart 2019
Publicatiedatum
3 april 2019
Zaaknummer
17/7162 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening en terugvordering van bijstand met betrekking tot inkomsten uit eigen bedrijf

In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstandsuitkeringen over de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2014. Het college van burgemeester en wethouders van Groningen heeft de herziening en terugvordering gebaseerd op het feit dat appellanten, die inkomsten hebben genoten uit het bedrijf van appellant, geen melding hebben gemaakt van deze inkomsten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 22 september 2017.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over het feit dat appellanten inkomsten hebben genoten en dat het college verplicht was om over te gaan tot herziening en terugvordering. De kern van het geschil betreft de vraag of er dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien. Dringende redenen kunnen zich alleen voordoen als er onaanvaardbare sociale of financiële gevolgen zijn voor de betrokkenen. Dit moet gaan om uitzonderlijke gevallen waarin een individuele afweging van alle relevante omstandigheden plaatsvindt.

Appellanten hebben aangevoerd dat er dringende redenen zijn, omdat het college een afspraak niet is nagekomen om een proceskostenvergoeding uit een eerdere zaak te gebruiken voor het betalen van hun achterstallige zorgpremie. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat dit feitencomplex zich heeft voorgedaan vóór de terugvordering door het college en dus geen gevolg is van de terugvordering zelf. Daarom is er geen sprake van dringende redenen om van terugvordering af te zien. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst de verzoeken van appellanten af.

Uitspraak

17.7162 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 22 september 2017, 17/433 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] (appellante) en [appellant] (appellant), beiden te [woonplaats]
het college van burgemeester en wethouders van Groningen (college)
Datum uitspraak: 19 maart 2019
Zitting heeft: P.W. van Straalen als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: F.H.R.M. Robbers
Namens appellanten is mr. E.Tj. van Dalen, advocaat, ter zitting verschenen. Het college is niet verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1. Het geschil ziet op de herziening en terugvordering van bijstand over de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2014. Aan die herziening en terugvordering heeft het college ten grondslag gelegd dat appellanten geen melding hebben gemaakt van inkomsten die zij in deze periode hebben genoten uit het bedrijf van appellant, [naam bedrijf] .
2. Niet in geschil is dat appellanten inkomsten hebben genoten en dat het college gehouden was tot herziening en terugvordering over te gaan. Het geschil ziet alleen nog op de vraag of sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien. Van dringende redenen is slechts sprake als deze zijn gelegen in onaanvaardbare sociale of financiële gevolgen van een terugvordering voor de betrokkene. Het moet dan gaan om incidentele gevallen, waarin iets uitzonderlijks aan de hand is en waarin een individuele afweging van alle relevante omstandigheden plaatsvindt. Appellanten hebben aangevoerd dat de dringende redenen zijn gelegen in een door het college niet nagekomen afspraak om een proceskostenvergoeding uit een eerdere zaak aan te wenden voor het betalen van de achterstallige zorgpremie van appellanten. Dit feitencomplex ligt voor het moment van terugvordering door het college en is dus geen gevolg van de terugvordering. Hieruit volgt dat van dringende redenen om van terugvordering af te zien niet is gebleken.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) F.H.R.M. Robbers (getekend) P.W. van Straalen

JL