Uitspraak
16.7661 WIA
drs. J.C. van Beek.
OVERWEGINGEN
29 december 2010 heeft het Uwv appellante in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering. Aansluitend heeft appellante een
WGA-loonaanvullingsuitkering ontvangen op basis van volledige arbeidsongeschiktheid.
1 juni 2015 heeft het Uwv de WGA-uitkering van appellante met ingang van 2 augustus 2015 (datum in geding) beëindigd, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is geacht. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 17 november 2015 ongegrond verklaard. Hieraan liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag. Daarbij heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanleiding gezien in een FML van 9 november 2015 wijzigingen op te nemen op de onderdelen tillen en dragen en persoonlijk functioneren. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft hierop de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante vastgesteld op 27,38%, uitgaande van het loon dat appellante zou kunnen verdienen met een aantal resterende functies.