ECLI:NL:CRVB:2019:1368
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onterecht gebruik van Suwinet-gegevens door het Uwv voor WW-uitkeringsduur
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant, vertegenwoordigd door mr. C.F.M. van den Ekart, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van het Uwv om zijn verzoek tot herziening van een eerder besluit in te willigen. Het Uwv had in 2011 vastgesteld dat appellant in aanmerking kwam voor een WW-uitkering, maar had in 2016 zijn verzoek om terug te komen van dit besluit afgewezen, omdat hij niet had aangetoond dat hij in 2008 over ten minste 52 SV-dagen loon had ontvangen. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar de Raad oordeelde dat het Uwv ten onrechte was uitgegaan van de gegevens uit Suwinet. Appellant had overtuigend aangetoond dat hij in 2008 in totaal 42 SV-dagen bij [bedrijf B.] had gewerkt, wat in combinatie met 18 SV-dagen bij [bedrijf C.] leidde tot een totaal van 60 SV-dagen. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep gegrond, waarbij het Uwv werd opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 3.102,20 bedroegen.