ECLI:NL:CRVB:2019:1456
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. V.Y. Jokhan, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 1 mei 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het Uwv had op 13 december 2018 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, maar trok deze in februari 2019 in en nam een nieuwe beslissing. Appellante heeft aangegeven dat het Uwv haar volledig tegemoet is gekomen en heeft verzocht om vergoeding van proceskosten, wettelijke rente en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad heeft vastgesteld dat er feitelijk geen geschil meer bestaat, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal zijn vastgesteld op € 3.161,-. Daarnaast is het verzoek om wettelijke rente toegewezen en is de Staat veroordeeld tot schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een tijdige behandeling van bestuurszaken en de gevolgen van vertraging voor de betrokken partijen.