ECLI:NL:CRVB:2019:1616
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- R.B. Kleiss
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een factuur door het Uwv in het kader van gegevensverstrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een geschil tussen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en een stichting die gegevens over arbeidsgehandicapten verzoekt. Het Uwv had een factuur van € 75,- gestuurd voor de afhandeling van informatieverzoeken, maar de rechtbank oordeelde dat deze factuur geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelde vast dat er geen wettelijke grondslag was voor het in rekening brengen van kosten voor de gegevensverstrekking, en dat de factuur niet als een publiekrechtelijke rechtshandeling kon worden aangemerkt. Het Uwv ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde het oordeel van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de factuur niet voldeed aan de vereisten van een besluit en dat er geen specifieke wettelijke basis was voor de kosten. De Raad veroordeelde het Uwv in de proceskosten van de stichting en legde griffierecht op. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke wettelijke grondslag voor het in rekening brengen van kosten door bestuursorganen.