ECLI:NL:CRVB:2019:1813

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 mei 2019
Publicatiedatum
4 juni 2019
Zaaknummer
17/7845 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bijstandsverlening en studiefinanciering voor jongere met startkwalificatie

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Veendam, die haar geen bijstand heeft verleend op grond van de Participatiewet. Appellante, die jonger is dan 27 jaar, heeft een startkwalificatie MBO-2 en kan aanspraak maken op studiefinanciering voor een bekostigde opleiding. Het college heeft aan de partner van appellante bijstand toegekend, maar appellante zelf niet, omdat zij volgens de wet niet in aanmerking komt voor bijstand. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college heeft dit besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat appellante, ondanks haar startkwalificatie, geacht kan worden een vervolgopleiding te volgen om haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. De Raad heeft daarbij gewezen op de hoge jeugdwerkloosheid en het verdwijnen van banen in de zorgsector op MBO-2-niveau. De Raad oordeelt dat het college voldoende gemotiveerd heeft aangetoond dat het volgen van een MBO-3-opleiding de kansen van appellante op de arbeidsmarkt kan verbeteren. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen, en de eerdere uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

17.7845 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 31 oktober 2017, 17/1677 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Veendam (college)
Datum uitspraak: 21 mei 2019
Zitting hebben: M. Hillen, G.M.G. Hink en M. ter Brugge
Griffier: A.A.H. Ibrahim
Partijen zijn, met bericht, niet ter zitting verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1. Het college heeft aan de partner van appellante met ingang van 11 juli 2016 bijstand toegekend naar de norm voor een alleenstaande met een niet-rechthebbende partner. Appellante is niet in aanmerking gebracht voor bijstand, omdat zij jonger is dan 27 jaar en uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen waarvoor zij aanspraak kan maken op studiefinanciering. Dit staat in artikel 13, tweede lid, aanhef en onder c van de Participatiewet (PW). Appellante en haar partner hebben op 9 oktober 2016 een gezamenlijke aanvraag om wijziging van de bijstand ingediend omdat appellante was uitgeschreven van de MBO-3-opleiding verzorgende IG en geen studiefinanciering meer ontving.
2. Bij besluit van 23 november 2016, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 30 maart 2017 (bestreden besluit) heeft het college te kennen gegeven dat de aan de partner toegekende bijstand naar de norm voor een alleenstaande met een niet-rechthebbende partner niet wordt gewijzigd, omdat appellante geen recht heeft op bijstand op grond van artikel 13, tweede lid, aanhef en onder c van de PW. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft een startkwalificatie MBO-2. Volgens vaste rechtspraak (ECLI:NL:CRVB:2017:3892) kan van een jongere echter worden gevergd om aan een vervolgopleiding deel te nemen ondanks dat hij over een startkwalificatie beschikt, indien dit de kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Anders dan appellante heeft aangevoerd, heeft het college gemotiveerd uiteen gezet dat dit het geval is. Daarbij is van betekenis de hoge jeugdwerkloosheid in de regio en het verdwijnen van banen in de zorg op MBO-2-niveau. Het volgen van een MBO-3-opleiding garandeert geen baan in de zorgsector, maar het vergroot de algemene kennis en vaardigheden, en, anders dan appellante heeft aangevoerd, daarmee de kansen op uitstroom naar de arbeidsmarkt.
4. Het hoger beroep slaagt niet.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter van de meervoudige kamer
(getekend) A.A.H. Ibrahim (getekend) M. Hillen

IJ