ECLI:NL:CRVB:2019:1813
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en studiefinanciering voor jongere met startkwalificatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Veendam, die haar geen bijstand heeft verleend op grond van de Participatiewet. Appellante, die jonger is dan 27 jaar, heeft een startkwalificatie MBO-2 en kan aanspraak maken op studiefinanciering voor een bekostigde opleiding. Het college heeft aan de partner van appellante bijstand toegekend, maar appellante zelf niet, omdat zij volgens de wet niet in aanmerking komt voor bijstand. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college heeft dit besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat appellante, ondanks haar startkwalificatie, geacht kan worden een vervolgopleiding te volgen om haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. De Raad heeft daarbij gewezen op de hoge jeugdwerkloosheid en het verdwijnen van banen in de zorgsector op MBO-2-niveau. De Raad oordeelt dat het college voldoende gemotiveerd heeft aangetoond dat het volgen van een MBO-3-opleiding de kansen van appellante op de arbeidsmarkt kan verbeteren. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen, en de eerdere uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.