ECLI:NL:CRVB:2019:197
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling ingangsdatum IOAW-uitkering en informatieplicht Uwv
Op 22 januari 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de ingangsdatum van een IOAW-uitkering voor appellant. De zaak betreft een appellant die zich op 28 december 2015 had gemeld voor een IOAW-uitkering, met een gewenste ingangsdatum van 3 maart 2015. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade had de uitkering toegekend met een ingangsdatum van 28 december 2015, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. De rechtbank Limburg had het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat het college op basis van de IOAW de ingangsdatum van de uitkering moet vaststellen op de datum van de aanvraag of melding, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. Appellant had geen eerdere aanvraag ingediend en het Uwv was niet verplicht om hem te wijzen op de mogelijkheid van een IOAW-aanvraag, aangezien hij niet had aangegeven dat hij een aanvraag wilde indienen. De Raad concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de appellant om zich te laten informeren over zijn rechten op uitkeringen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak en oordeelde dat het college terecht geen eerdere ingangsdatum voor de IOAW-uitkering had vastgesteld. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.