ECLI:NL:CRVB:2019:2025
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd door CAK wegens niet afsluiten zorgverzekering na aanmaning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die van 22 mei 2013 tot 11 maart 2015 in detentie in Duitsland verbleef en daarna in verschillende penitentiaire inrichtingen in Nederland, heeft niet voldaan aan een aanmaning van het CAK om binnen drie maanden een zorgverzekering af te sluiten. Het CAK legde hem een boete op van € 351,99 op grond van artikel 9b van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gedurende zijn detentie een zorgverzekering had en dat de verzekering die door het Ministerie van Veiligheid en Justitie was afgesloten, niet als een zorgverzekering in de zin van de Zvw kan worden beschouwd. De Raad bevestigde dat het gedrag van de appellant verwijtbaar was en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de boete zouden kunnen verlagen. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd.