ECLI:NL:CRVB:2019:3548
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake dwangsom en ingebrekestelling in sociale zekerheidsrecht
Op 12 november 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing en later verzocht om uitbetaling van een dwangsom, omdat het college niet tijdig op het bezwaar had beslist. De Raad heeft vastgesteld dat appellante op 10 juni 2013 een brief met het woord 'herinnering' had ingediend, maar heeft geoordeeld dat deze brief niet als een ingebrekestelling kan worden aangemerkt. De Raad heeft eerder in een soortgelijke zaak geoordeeld dat de enkele vermelding van het woord 'herinnering' onvoldoende is om aan te nemen dat appellante het college heeft aangespoord om alsnog op het bezwaarschrift te beslissen. De rechtbank had terecht overwogen dat het college geen dwangsom verschuldigd was, omdat er geen ingebrekestelling was ontvangen. De Raad heeft het hoger beroep van appellante ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De uitspraak is gedaan door A. Stehouwer, met V.Y. van Almelo als griffier.