ECLI:NL:CRVB:2019:3828
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een geschil tussen appellante en het college van burgemeester en wethouders van Haarlem over de intrekking van bijstand en de terugvordering van kosten van verleende bijstand. Het college had op 7 augustus 2018 besloten om de bijstand van appellante in te trekken, en de termijn voor het indienen van bezwaar tegen dit besluit verstreek op 18 september 2018. Appellante stelde dat zij haar bezwaarschrift op 15 augustus 2018 per gewone post had verzonden, maar het college ontkende dit en stelde dat het bezwaarschrift niet binnen de gestelde termijn was ontvangen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij tijdig een bezwaarschrift had ingediend, ondanks haar beroep op eerdere rechtspraak van de Hoge Raad. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Hierdoor werd het hoger beroep van appellante afgewezen. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd in het openbaar gedaan.