ECLI:NL:CRVB:2019:3891
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning WGA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die sinds 20 november 2012 arbeidsongeschikt is door rugklachten, had een loongerelateerde WGA-uitkering aangevraagd. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze uitkering toegekend met een mate van arbeidsongeschiktheid van 40,01%. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd gesteld dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door de verzekeringsarts.
In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn psychische beperkingen waren onderschat. Hij bracht een expertise in van psychiater H.D.B. Vermeulen, die tot andere conclusies kwam over de psychische belastbaarheid van appellant. Het Uwv verweerde zich door te verwijzen naar rapporten van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige, die de geschiktheid van de geselecteerde functies voor appellant onderbouwden.
De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de medische belastbaarheid van appellant niet was onderschat. De argumenten van appellant, waaronder de expertise van Vermeulen, werden niet overtuigend geacht. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond was voor een veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente of proceskosten.