Uitspraak
18.1410 WIA
30 januari 2018, 17/979 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
G.E.A. de Waard van Psyon, waarvan op 15 augustus 2016 een rapport is opgemaakt. Mede op basis van deze expertise heeft de verzekeringsarts appellant belastbaar geacht met inachtneming van de beperkingen die zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 20 september 2016. Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies geselecteerd en op basis daarvan de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant berekend op 77,66%. Het Uwv heeft met een brief van 30 september 2016 appellant in de gelegenheid gesteld hiertegen zijn bezwaren kenbaar te maken. Hiervan heeft appellant op 7 november 2016 gebruik gemaakt.
6 februari 2017 geconcludeerd dat de bezwaren van appellant geen aanleiding geven om het medisch standpunt te wijzigen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft geen aanleiding gezien anders te concluderen dan de primaire arbeidsdeskundige. Bij besluit van
14 februari 2017 (bestreden besluit) is het bezwaar van appellant gegrond verklaard, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid met ingang van 15 mei 2016 is vastgesteld op 65 tot 80%.
A.M. Baajens, psychiater GGzE, van 14 februari 2019. Appellant kan zich op dezelfde gronden als in beroep aangevoerd ook niet vinden in de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit.