ECLI:NL:CRVB:2019:4169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar Ziektewetuitkering
Op 18 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had geoordeeld dat de termijnoverschrijding van het indienen van bezwaar tegen het besluit van 2 mei 2017 verschoonbaar was, maar de Centrale Raad kan zich niet vinden in dit oordeel. De Raad oordeelt dat uit de beschikbare stukken niet blijkt dat betrokkene, die in mei 2017 zelfstandig naar haar boekhouder ging en een WW-aanvraag indiende, niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De Raad volgt het Uwv in zijn standpunt dat er geen verschoonbare reden is voor de termijnoverschrijding. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep van betrokkene tegen het besluit van 18 juli 2017 wordt ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.