Uitspraak
18.2300 WIA
30 maart 2018, 16/1431 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, die sinds 2007 een uitkering ontving vanwege arbeidsongeschiktheid door psychische klachten. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het bezwaar van appellant tegen de beëindiging van zijn uitkering ongegrond verklaarde. De rechtbank had een deskundige benoemd, psychiater F.B. van der Wurff, die de arbeidsongeschiktheid van appellant had beoordeeld. De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht de conclusies van de deskundige heeft gevolgd, aangezien deze zijn rapporten als inzichtelijk en consistent heeft beoordeeld. De Raad bevestigt dat de geselecteerde functies voor appellant geschikt zijn, uitgaande van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) die door de deskundige is opgesteld. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte geen neuropsychologisch onderzoek heeft gelast en dat het deskundigenrapport niet consistent zou zijn. De Raad oordeelt echter dat de rechtbank op juiste gronden heeft gehandeld en dat er geen aanleiding was voor een aanvullend onderzoek. De beroepsgronden van appellant worden verworpen, en de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.