ECLI:NL:CRVB:2019:780
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een onherroepelijke uitspraak in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2019 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 10 juni 2014. Verzoeker had verzocht om herziening, maar de Raad verklaarde het verzoek niet-ontvankelijk. De Raad oordeelde dat verzoeker onredelijk lang had gewacht met het indienen van het herzieningsverzoek, aangezien dit meer dan een jaar na de bekendmaking van de eerdere uitspraak was ingediend. Verzoeker had in zijn verzoek aangevoerd dat de Raad niet had gereageerd op zijn beroepsgrond dat de rechtbank buiten de omvang van het bestreden besluit was getreden. Echter, er was geen bewijs dat verzoeker pas kort voor de indiening van het herzieningsverzoek bekend was geworden met de nieuwe feiten of omstandigheden die hij aanvoerde.
De Raad benadrukte dat volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep een verzoek om herziening in de regel als onredelijk laat wordt beschouwd indien het meer dan één jaar na de bekendmaking van de uitspraak wordt ingediend. Aangezien verzoeker niet tijdig had gereageerd, werd het verzoek om herziening afgewezen. Daarnaast had verzoeker ook verzocht om vervallenverklaring van de eerdere uitspraak, maar de Raad oordeelde dat er geen fundamentele procedurevoorschriften waren geschonden, waardoor dit verzoek eveneens werd afgewezen. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen dat verzoeker niet aan de vereisten voor herziening voldeed.