ECLI:NL:CRVB:2019:928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van eerdere WAO-beslissing zonder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden
Op 20 maart 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant, die in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), nadat zijn eerdere aanvraag in 2007 was afgewezen. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om terug te komen op het eerdere besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De rechtbank had eerder het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de Raad bevestigde deze uitspraak, omdat appellant geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangedragen die de afwijzing van zijn verzoek konden rechtvaardigen. De Raad benadrukte dat de door appellant ingediende medische informatie niet relevant was voor de beoordeling van de aanvraag en dat het Uwv terecht had geoordeeld dat er geen aanleiding was voor herziening van het eerdere besluit. De uitspraak van de Raad bevestigt de noodzaak voor aanvragers om bij herhaalde aanvragen nieuwe feiten of omstandigheden te vermelden, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht.