ECLI:NL:CRVB:2020:131
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een Ziektewetuitkering wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden
Op 22 januari 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een verzoek van appellant om herziening van een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn Ziektewetuitkering per 10 november 2011 heeft beëindigd. Appellant, bijgestaan door zijn advocaat mr. J. van de Wiel, stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening van het besluit rechtvaardigden, met name in verband met zijn bipolaire stoornis type I. Het Uwv had echter in eerdere besluiten en in de procedure aangegeven dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening konden rechtvaardigen.
De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had geoordeeld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren. De informatie die appellant had overgelegd, waaronder medische gegevens van de GGZ, was niet voldoende om aan te tonen dat de eerdere besluiten onjuist waren. De Raad bevestigde dat de verzekeringsartsen in 2011 een volledig beeld hadden van de medische situatie van appellant en dat de nieuwe diagnose van een bipolaire stoornis niet als nieuw feit kon worden aangemerkt, omdat deze was gebaseerd op eerder bekende gegevens. De Raad concludeerde dat het verzoek om herziening terecht was afgewezen en dat het hoger beroep van appellant niet slaagde.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.