ECLI:NL:CRVB:2020:1365
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling ingangsdatum IVA-uitkering na beroertes en beoordeling duurzaamheid arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ingangsdatum van de IVA-uitkering van appellante, die na twee beroertes een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) ontvangt. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv de ingangsdatum van de IVA-uitkering terecht op 21 januari 2015 had vastgesteld. Appellante, die sinds 2011 een uitkering ontvangt en in 2014 beroertes heeft gehad, betwistte deze ingangsdatum en voerde aan dat haar andere chronische aandoeningen ook duurzame beperkingen met zich meebrachten.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep een gedegen inschatting moet maken van de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid. De Raad verwijst naar eerdere uitspraken en stelt dat de ingangsdatum van de IVA-uitkering op 21 januari 2015 terecht is vastgesteld, omdat zes maanden na de tweede beroerte een eindtoestand is bereikt. De Raad ziet geen reden om te twijfelen aan de beoordeling van de verzekeringsarts en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten of schadevergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de betrokken rechters.