ECLI:NL:CRVB:2020:1389
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing Uwv met betrekking tot WIA en kostenveroordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juli 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Appellant had bezwaar gemaakt tegen een eerdere beslissing van het Uwv, maar het Uwv kwam met een gewijzigde beslissing op bezwaar volledig tegemoet aan de bezwaren van appellant. Hierdoor trok appellant zijn hoger beroep in en verzocht hij de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv reeds had besloten tot vergoeding van de kosten in de bezwaarfase. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv ook verantwoordelijk is voor de kosten die appellant heeft gemaakt in de procedure van beroep en hoger beroep. De proceskosten werden begroot op € 1.050,- voor de beroepsprocedure en € 787,50 voor de hoger beroepsprocedure, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.837,50 dat het Uwv aan appellant moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, met K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 2 juli 2020. De uitspraak is relevant voor de toepassing van de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht, die betrekking hebben op de kostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedures.