ECLI:NL:CRVB:2020:1763
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging recht op ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Overijssel. De appellant, die als vrachtwagenchauffeur werkte, had zich ziek gemeld na een auto-ongeluk in 2013, wat leidde tot nek- en schouderklachten en later ook psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft na een zorgvuldige medische beoordeling vastgesteld dat de appellant geschikt was voor ten minste één van de in het kader van de eerstejaars Ziektewet-beoordeling (EZWb) geselecteerde functies. De Raad oordeelde dat het Uwv op goede gronden het recht op ziekengeld met ingang van 11 juli 2016, 7 april 2017 en 19 september 2017 heeft beëindigd. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen. De appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens overgelegd die aanleiding gaven tot een andersluidend oordeel. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat de appellant in staat was om de geselecteerde functies te vervullen, ondanks zijn psychische en lichamelijke klachten.