ECLI:NL:CRVB:2020:1790
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van duurzaam gescheiden leven in het kader van AOW-uitkeringen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of appellanten, die sinds 1965 gehuwd zijn, duurzaam gescheiden leven in de zin van de Algemene Ouderdomswet (AOW). De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin werd geoordeeld dat de Sociale Verzekeringsbank (Svb) terecht het ouderdomspensioen van appellanten niet heeft gewijzigd naar de norm voor ongehuwden. De beoordeling van duurzaam gescheiden leven is gebaseerd op feitelijke omstandigheden, waarbij de Raad concludeert dat appellanten, ondanks hun wens om uit elkaar te gaan, nog steeds een zekere mate van onderlinge zorg en financiële verwevenheid vertonen. Dit blijkt uit hun wekelijkse telefoongesprekken, regelmatige bezoeken en gezamenlijke eigendom van de echtelijke woning. De Raad benadrukt dat de feitelijke situatie in maart 2018 bepalend is voor de beoordeling en dat de appellanten niet hebben aangetoond dat zij in die periode duurzaam gescheiden leefden. De Raad verwijst naar eerdere rechtspraak over dit onderwerp en concludeert dat de appellanten niet in hun bewijsvoering zijn geslaagd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken in cassatie gaan tegen deze beslissing.