ECLI:NL:CRVB:2020:1820
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van herziening WGA-loonaanvullingsuitkering
Op 11 augustus 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar deze was gewijzigd naar een WGA-loonaanvullingsuitkering. Verzoeker stelde dat hij niet kon rondkomen van deze uitkering en vreesde opnieuw in de schulden te komen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een financieel spoedeisend belang. De ingediende betaalspecificaties toonden aan dat verzoeker een inkomen had dat boven het sociaal minimum lag, en de angst voor financiële problemen was onvoldoende om het verzoek te honoreren. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, zonder dat er een zitting nodig was. De uitspraak werd gedaan door W.J.A.M. van Brussel, met M. Graveland als griffier.