ECLI:NL:CRVB:2020:1876
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in sociale zekerheidszaak
Op 18 augustus 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van verzoekster tegen het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Verzoekster had hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij gebruik mocht blijven maken van haar postadres en bijstand zou ontvangen totdat op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster bij haar moeder verbleef en door haar werd onderhouden. Het college had eerder de aanvraag van verzoekster om bijstand buiten behandeling gesteld en haar medegedeeld dat zij het postadres niet langer kon gebruiken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen actueel spoedeisend belang was voor het verzoek om het postadres te behouden, aangezien het college had bevestigd dat verzoekster nog steeds gebruik kon maken van het postadres. Daarnaast was verzoekster niet in staat om aan te tonen dat zij niet in haar levensonderhoud kon voorzien, wat haar verzoek om bijstand betreft. Gezien deze overwegingen werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en de voorzieningenrechter deed uitspraak buiten zitting, zonder veroordeling in de proceskosten.