Uitspraak
18 3125 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
4 januari 2016 kasstortingen plaatsgevonden van € 50,- en € 70,-. Op de Rabobankrekening van appellant heeft op 18 augustus 2016 een kasstorting plaatsgevonden van € 875,-, op
5 september 2016 een van € 600,-, op 19 september 2016 een van € 150,- en op 6 oktober 2016 een van € 600,-. Vaststaat dat appellant van deze kasstortingen geen melding heeft gemaakt aan het college. In geschil is of het college deze kasstortingen terecht heeft aangemerkt als inkomsten.
€ 1.050,- in beroep en op € 525,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 1 november 2017, voor wat betreft de hoogte van de herziening over de maand januari 2016 en voor zover het betreft de terugvordering;
- herroept het besluit van 5 september 2017, voor zover het betreft de hoogte van de herziening over de maand januari 2016, bepaalt het bedrag van de terugvordering op een totaalbedrag van € 3.360,82 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit van 1 november 2017;
- veroordeelt het college in de kosten van appellant tot een bedrag van € 2.100,-;
- bepaalt dat het college aan appellant het betaalde griffierecht in beroep en hoger beroep van € 172,- voldoet.