Uitspraak
19.3290 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
A.M.M. Chevallier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 september 2020.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 september 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die eerder een WIA-uitkering ontving, had zich ziekgemeld vanwege pijnklachten en de ziekte van Crohn. De rechtbank had geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsarts de belastbaarheid van appellante correct had vastgesteld. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat haar beperkingen waren onderschat, en dat zij volledig arbeidsongeschikt was. De Raad bevestigde echter het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling. De Raad oordeelde dat de functies die aan appellante waren voorgelegd, medisch geschikt waren en dat de beëindiging van de WIA-uitkering per 23 mei 2018 terecht was. Het verzoek van appellante om schadevergoeding werd afgewezen, omdat zij niet had aangetoond dat zij schade had geleden door het handelen van het Uwv. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak.