Uitspraak
18 oktober 2019, 18/3703 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
L.R. Scherpenzeel-Carlier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
16 september 2020.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 26 februari 2020 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Vervolgens heeft appellante op 6 maart 2020 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling tegen het Uwv. Het Uwv heeft geen verweer gevoerd tegen dit verzoek.
De Centrale Raad van Beroep heeft, onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht, besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten. De Raad heeft vastgesteld dat de intrekking van het hoger beroep plaatsvond omdat het bestuursorgaan geheel aan de bezwaren van appellante tegemoetkwam.
De Raad heeft de proceskosten van appellante, die bestonden uit verletkosten en reiskosten voor het bijwonen van de zitting bij de rechtbank, in totaal vastgesteld op € 174,40. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van L.R. Scherpenzeel-Carlier als griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 september 2020.