ECLI:NL:CRVB:2020:2366
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor kosten bed en sportkleding zoon
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die sinds 2015 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een bed en sportkleding voor haar autistische zoon. Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen heeft deze aanvraag afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de kosten voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden en dat appellante niet in staat was om voor deze kosten te reserveren.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante zich tegen deze uitspraak gekeerd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de kosten waarvoor bijzondere bijstand is aangevraagd, weliswaar noodzakelijk zijn, maar niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De Raad benadrukt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat was om te reserveren voor deze kosten, ondanks het feit dat zij al geruime tijd bijstand ontvangt en extra kinderbijslag vanwege de medische problematiek van haar zoon.
De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan op 14 september 2020.