ECLI:NL:CRVB:2020:2412
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de weigering van WIA- en ZW-uitkering op basis van medische belastbaarheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om geen WIA- en ZW-uitkering toe te kennen aan appellant. Appellant, die zich ziek had gemeld na een periode van werk als productiemedewerker, had eerder een ZW-uitkering ontvangen, maar het Uwv had deze beëindigd op basis van de conclusie dat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kon verdienen. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn medische beperkingen onvoldoende waren erkend, met name in verband met rug-, knie- en elleboogklachten. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de medische belastbaarheid van appellant op de relevante data correct was vastgesteld. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen van het Uwv. De Raad heeft het beroep tegen het besluit van 7 november 2016 gegrond verklaard, maar de overige besluiten van het Uwv bevestigd. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.100,-.