ECLI:NL:CRVB:2020:2553
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling door Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellant, die als schoonmaker werkte, had zich op 8 februari 2018 ziek gemeld met klachten na een scooterongeluk. Het Uwv weigerde hem een ZW-uitkering toe te kennen per 10 september 2013, na een medisch onderzoek door verzekeringsartsen. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, omdat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en er geen aanleiding was om aan de conclusies van de verzekeringsarts te twijfelen. Appellant voerde in hoger beroep aan dat onvoldoende rekening was gehouden met de gevolgen van zijn ongeluk, maar de Raad oordeelde dat de medische informatie geen bevestiging bood voor zijn standpunt. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het Uwv terecht de ZW-uitkering had geweigerd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.