ECLI:NL:CRVB:2020:2555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing aanvraag voor een Indicatie banenafspraak op basis van arbeidsvermogen en doelgroepbeoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die een uitkering ontving op grond van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor een Indicatie banenafspraak. Deze aanvraag was eerder toegewezen door het Uwv, maar de appellant was het niet eens met de beslissing en stelde dat hij geen arbeidsvermogen had. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat de appellant terecht een Indicatie banenafspraak was toegekend, omdat hij arbeidsvermogen had en tot de doelgroep behoorde.
In hoger beroep voerde de appellant aan dat hij niet tot de doelgroep behoorde, omdat hij geen arbeidsvermogen had. Hij stelde dat de rechtbank de medische informatie van zijn behandelend anesthesioloog niet correct had geïnterpreteerd. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, die had vastgesteld dat de appellant, ondanks zijn beperkingen, in staat was om vier uur per dag te werken. De Raad bevestigde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de appellant over arbeidsvermogen beschikte en dat de eerdere beslissing van het Uwv juist was.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 21 oktober 2020.