Uitspraak
19 2423 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die in Spanje woont, had een WIA-uitkering aangevraagd na zich ziek te hebben gemeld met psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde de uitkering, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. Appellant was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant, waaronder de stelling dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar zijn klachten en dat de verzekeringsartsen niet deskundig genoeg waren, besproken. De Raad oordeelde dat de verzekeringsartsen zich niet alleen op hun eigen bevindingen baseerden, maar ook op informatie van de behandelend GZ-psycholoog. De Raad concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling en dat de rechtbank terecht geen deskundige had benoemd. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd, waarbij ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.