ECLI:NL:CRVB:2020:2764
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.M. Overbeeke
- P.A.M. Hulsdouw
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 november 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het hoger beroep was ingesteld door mr. E. Kafa, advocaat van appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank van 3 april 2020. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 131,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft nagelaten dit tijdig te doen. De Raad oordeelde dat op basis van de beschikbare gegevens niet kon worden vastgesteld dat appellant niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift verzet aan te tekenen.