ECLI:NL:CRVB:2020:2803

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 november 2020
Publicatiedatum
13 november 2020
Zaaknummer
19/535 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening en terugvordering van bijstand wegens niet-gemelde bankrekening bijschrijvingen van minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de herziening en terugvordering van bijstand aan appellante, die niet heeft gemeld dat er bijschrijvingen op bankrekeningen stonden die op naam van haar minderjarige kinderen waren gesteld. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door deze bijschrijvingen en contante stortingen niet te melden. De Centrale Raad bevestigt deze uitspraak en stelt dat de vooronderstelling geldt dat indien een bankrekening op naam staat van een inwonend, minderjarig kind, de betrokkene redelijkerwijs over het tegoed kan beschikken. Appellante heeft niet kunnen aantonen dat dit niet het geval was. Ze voert het bewind over het vermogen van haar kinderen en heeft het vruchtgenot, wat betekent dat zij in principe over de tegoeden kan beschikken, ongeacht of zij over bankpasjes beschikt. De Raad oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

19.535 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 december 2018, 18/2509 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel (college)
Datum uitspraak: 3 november 2020
Zitting hebben: mrs. M. Hillen, M.F. Wagner en P.J. Huisman
Griffier: D. Bakker
Ter zitting is appellante verschenen, bijgestaan door mr. L.K. Tsui, advocaat. Voor het college is mr. N.D. Fritz verschenen. Tevens was aanwezig G.S. Nie als tolk.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Het college heeft op goede gronden het bezwaar tegen het besluit van 24 augustus 2017 gegrond verklaard en de bijstand van appellante over de periode van 9 december 2011 tot 6 maart 2017 deels herzien en deels ingetrokken en de bijstand teruggevorderd tot een bedrag van € 39.691,34. Aan het bestreden besluit van 18 april 2018 ligt ten grondslag dat appellante de op haar rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van de bijschrijvingen en contante stortingen op de ABN-rekeningen ten name van haar minderjarige kinderen, die hebben te gelden als inkomsten.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Volgens vaste rechtspraak rechtvaardigt het gegeven dat een bankrekening op naam staat van een inwonend, minderjarig kind van de betrokkene, de vooronderstelling dat de betrokkene redelijkerwijs over het tegoed op die rekening kan beschikken. Het is dan aan de betrokkene om het tegendeel aannemelijk te maken.
Appellante is hierin niet geslaagd. Op 2 februari 2006 heeft haar ex-echtgenoot in naam van hun kinderen als toenmalig wettelijk vertegenwoordiger de rekeningen geopend. Appellante had in de periode in geding, al dan niet tezamen met haar ex-echtgenoot, het ouderlijk gezag en uit dien hoofde kon zij beschikken over de tegoeden. Dat zij mogelijk niet over bankpasjes van de rekeningen beschikte maakt dit niet anders, nu zij ingevolge de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek het ouderlijk gezag had, wat betekent dat zij het bewind voert over het vermogen van haar kinderen en hierover het vruchtgenot heeft.
Het hoger beroep slaagt niet en voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter van de meervoudige kamer
(getekend) D. Bakker (getekend) M. Hillen