Uitspraak
18.3239 ZW
OVERWEGINGEN
8 september 2017, en van manueel therapeut M. van Schooten van 10 juli 2017. Naar aanleiding van het bezwaar heeft een verzekeringsarts bezwaar en beroep het dossier bestudeerd en appellant op 6 september 2017 op het spreekuur gezien. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het betoog van appellant dat onvoldoende zicht bestaat op de inhoud en belasting van zijn werk aanleiding gezien om een Functionele Mogelijkhedenlijst op te stellen en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep een toets te laten verrichten. Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens de belasting in het eigen werk van appellant beoordeeld en met inachtneming van de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep vastgestelde belastbaarheid geconcludeerd dat appellant in staat is zijn werk als re-integratieconsulent te verrichten. Bij besluit van 22 september 2017 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant ongegrond verklaard.
26 februari 2020 nog toegelicht dat ten tijde van het primaire onderzoek al bekend was dat appellant degeneratieve afwijkingen had aan de nek en de rug. Bij het vaststellen van de belastbaarheid is rekening gehouden met de verminderde mobiliteit van de lumbale wervelkolom, de degeneratieve afwijkingen in de cervicale wervelkolom en de beginnende artrose in de heupen. Appellant was hiermee in staat zijn maatstafarbeid te verrichten.