ECLI:NL:CRVB:2020:3047
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid tot arbeid en de eerste ziektedag in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die als medewerkster secretariaat werkzaam was, had een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) aangevraagd per 2 januari 2017, maar deze aanvraag was afgewezen. Appellante meldde zich later ziek en stelde dat haar eerste ziektedag op 2 januari 2017 lag. De rechtbank had geoordeeld dat appellante niet had aangetoond dat zij op die datum ongeschikt was voor haar maatgevende arbeid. De Centrale Raad onderschrijft deze overwegingen en oordeelt dat het risico van een laattijdige aanvraag bij de aanvrager ligt. Appellante heeft niet voldoende medisch objectiveerbare stukken overgelegd om haar stelling te onderbouwen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.