ECLI:NL:CRVB:2020:3280

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 december 2020
Publicatiedatum
22 december 2020
Zaaknummer
17/4450 WAJONG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. N.R.H. Boasman-Trustfull, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 18 mei 2017. Het hoger beroep was gericht tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die op 4 september 2020 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen. Op 7 september 2020 heeft de gemachtigde van appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Hierdoor was de intrekking van het hoger beroep gerechtvaardigd. De Raad heeft vervolgens de kosten die appellante heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep beoordeeld. Op basis van de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Raad besloten het Uwv te veroordelen in de proceskosten.

De proceskosten zijn begroot op € 1.050,- voor de behandeling in beroep en € 525,- voor de behandeling in hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.575,-. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken op 23 december 2020.

Uitspraak

Datum uitspraak: 23 december 2020
17/4450 WAJONG
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van
18 mei 2017, 16/5246 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. N.R.H. Boasman-Trustfull, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft op 4 september 2020 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 7 september 2020 heeft J.J. Achterveld, opvolgend gemachtigde, namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 4 september 2020 volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
De Raad ziet aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 1.050,- in beroep en € 525,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 1.575,-.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 december 2020.
(getekend) J.P.M. Zeijen
(getekend) K.R. van Renswoude
GdJ