ECLI:NL:CRVB:2020:3509

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 december 2020
Publicatiedatum
6 januari 2021
Zaaknummer
20/699 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake sociale verzekeringsbank

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 december 2019. De Raad had eerder, op 17 september 2020, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.H. Haddad, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing. Tijdens de zitting op 11 december 2020 heeft de Raad het verzet behandeld.

Appellante heeft in het verzet aannemelijk gemaakt dat het hogerberoepschrift wel degelijk tijdig is ingediend door haar gemachtigde. De Raad heeft deze argumentatie geaccepteerd en verklaart het verzet gegrond. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van 17 september 2020 vervalt en het onderzoek naar het hoger beroep wordt voortgezet. Daarnaast heeft de Raad de Sociale verzekeringsbank (Svb) veroordeeld in de proceskosten van het verzet, tot een bedrag van € 525,- voor verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door J.C. Boeree, met R. van Doorn als griffier. De beslissing benadrukt het belang van tijdige indiening van processtukken en de mogelijkheid tot verzet wanneer er nieuwe feiten aan het licht komen die de eerdere beslissing kunnen beïnvloeden.

Uitspraak

Datum uitspraak: 23 december 2020
20/699 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 december 2019, 19/2686 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats], Tunesië (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 17 september 2020 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
De gemachtigde van appellante heeft verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 11 december 2020. Namens appellante is mr. M.H. Haddad verschenen. De Svb heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

De Raad heeft in de uitspraak van 17 september 2020 het hoger beroep niet‑ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend. Daarnaast heeft de Raad overwogen dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
In verzet heeft appellante aannemelijk gemaakt dat het hogerberoepschrift tijdig door mr. Haddad is ingediend.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 17 september 2020 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
De Raad ziet aanleiding de Svb te veroordelen in de proceskosten van het verzet van appellante tot een bedrag van € 525,- voor verleende rechtsbijstand.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • verklaart het verzet gegrond;
  • veroordeelt de Svb in de proceskosten van het verzet van appellante tot een bedrag van € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van R. van Doorn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 december 2020.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) R. van Doorn