Uitspraak
18.2303 WIA
OVERWEGINGEN
6 januari 2017. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellant niet meer geschikt is voor het laatstelijk verrichte werk. Hij heeft vervolgens functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen de mate van arbeidsongeschiktheid berekend. Bij besluit van 31 januari 2017 heeft het Uwv geweigerd aan appellant met ingang van 10 februari 2017 een WIA‑uitkering toe te kennen, omdat hij met ingang van die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 22 augustus 2017 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van 11 juli 2017 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en van 22 augustus 2017 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft zich op het standpunt gesteld dat de in bezwaar ingebrachte medische informatie aanleiding is om meer beperkingen aan te nemen en heeft een nieuwe FML opgesteld. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft geschreven dat appellant nog steeds geschikt is voor de geselecteerde functies. Er is wel sprake van gewijzigde maatmangegevens, maar de mate van arbeidsongeschiktheid blijft onder de 35%.
Sarr-Expertisecentrum Autisme van 6 januari 2015 biedt onvoldoende aanknopingspunten om tot een ander oordeel te komen. In de FML zijn voldoende beperkingen opgenomen in de rubrieken I en II, onder meer op het punt van samenwerken en contact met collega’s. Omgaan met conflicten is weliswaar niet beperkt geacht maar dit komt in de geduide functies niet voor.