ECLI:NL:CRVB:2020:633
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 11 maart 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/3774 WIA. Het hoger beroep van appellant is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht van € 128,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant was eerder op 3 oktober 2019 en opnieuw op 3 november 2019 schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en de bijbehorende termijnen voor betaling. Ondanks deze waarschuwingen heeft appellant het griffierecht niet tijdig voldaan, wat heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in aanwezigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.