ECLI:NL:CRVB:2020:743
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de schorsing en ontzegging van toegang tot IND-locaties van een ambtenaar in het kader van een disciplinaire procedure
Op 20 maart 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), die in hoger beroep ging tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel. Verzoeker was geschorst en had de toegang tot IND-locaties ontzegd gekregen door de Minister van Justitie en Veiligheid, naar aanleiding van verdenkingen van plichtsverzuim. De Raad oordeelde dat de inhoud van een gesprek tussen verzoeker en zijn leidinggevende op 24 september 2018, zoals vastgelegd in een verslag, voldoende grond bood voor een vermoeden van ernstig plichtsverzuim. Dit leidde tot twijfels over de integriteit van verzoeker, waardoor de minister in redelijkheid kon besluiten tot schorsing en ontzegging van toegang. De voorzieningenrechter bevestigde dat de minister het dienstbelang boven het belang van verzoeker mocht laten prevaleren. Verzoeker had aangevoerd dat de minister hem niet had gehoord voordat de schorsing werd opgelegd, maar de Raad oordeelde dat de minister aannemelijk had gemaakt dat er haast was bij het opleggen van de maatregelen. Het hoger beroep van verzoeker werd afgewezen, en de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen.