Uitspraak
18/.2109 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de toekenning van bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor de kosten van bewindvoering aan appellanten, die beiden in Venray wonen. Appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Akkaya, hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Venray, die de bijzondere bijstand voor appellante had ingetrokken omdat zij niet langer rechtmatig in Nederland verbleef. Appellant ontving vanaf 27 september 2016 bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering, maar stelde dat het college op grond van artikel 18 PW de bijzondere bijstand diende af te stemmen op zijn individuele situatie.
De Raad heeft vastgesteld dat er in dit geval geen ruimte is voor afstemming op basis van artikel 18 PW. De kosten van bewindvoering die in rekening zijn gebracht, betreffen zowel appellant als appellante, maar appellant kan geen aanspraak maken op bijzondere bijstand voor kosten die niet hemzelf betreffen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door M. Hillen, met R.B.E. van Nimwegen als griffier.