Uitspraak
mr. G.H.F.M. Ploemen aanwezig.
Wat is er in deze zaken gebeurd?
1 januari 2018 40 uur per week zorg zou gaan verlenen aan V en daarmee ongeveer € 2.500,- netto per maand zou gaan verdienen. Op 6 maart 2018 heeft zij verteld dat het contract per ingangsdatum alweer was beëindigd en dat zij dus niet heeft gewerkt.
- de volledige zorgovereenkomst (arbeidsovereenkomst) vanaf het begin van de werkzaamheden;
- de loonstroken vanaf het begin van de werkzaamheden;
- de bankafschriften van rekeningnummer [rekeningnummer] van 1 juni 2017 tot 4 april 2018.
De intrekking per 17 april 2018
- Hebben appellanten verzuimd om het college de gevraagde informatie te verstrekken?
- En, zo ja, kan dat hen worden verweten?
De intrekking van 1 juni 2017 tot 17 april 2018 en de terugvordering
- Hebben appellanten de inlichtingenverplichting geschonden?
- En, zo ja, heeft dat dan tot gevolg dat het recht op bijstand niet meer kan worden vastgesteld?
Schadevergoeding
- bevestigt aangevallen uitspraak 1;
- vernietigt aangevallen uitspraak 2;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 9 januari 2019 gegrond;
- vernietigt het besluit van 9 januari 2019 voor zover het gaat over de intrekking van bijstand over juni 2017 en voor zover het gaat over de terugvordering;
- draagt het college op om een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat tegen de nieuw te nemen beslissing op het bezwaar alleen bij de Raad beroep kan worden ingesteld;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van
- bepaalt dat het college aan appellanten het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 174,- vergoedt.