Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
DÉCISION
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 mei 2021 uitspraak gedaan over de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van 18 juni 2020, waarin het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het niet tijdig betalen van het griffierecht. Appellante, woonachtig in Marokko, had naar aanleiding van een aangetekende brief van de Raad van 7 april 2020 op 4 mei 2020 een beroep op betalingsonmacht gedaan. Deze brief werd echter pas op 13 juli 2020 door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak ontvangen. De Raad heeft vastgesteld dat er in die periode haperingen waren in de postverwerking in Marokko, wat heeft geleid tot de beslissing om de eerdere uitspraak te vervallen. De uitspraak van 6 mei 2021 verklaart de eerdere uitspraak van 18 juni 2020 vervallen, waardoor appellante alsnog in de gelegenheid wordt gesteld om haar hoger beroep te laten behandelen.