Uitspraak
19 2625 PW, 19/2627 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
€ 1.068,-;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 27 mei 2019 de bestreden besluiten van het dagelijks bestuur heeft vernietigd. De rechtbank oordeelde dat het dagelijks bestuur niet aannemelijk had gemaakt dat het opschortingsbesluit op regelmatige wijze was verzonden naar de betrokkene. De betrokkene, die sinds 2016 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had een controleformulier niet teruggestuurd, wat leidde tot de opschorting van zijn bijstandsrecht. Het dagelijks bestuur had vervolgens de bijstand ingetrokken en kosten teruggevorderd. In hoger beroep voerde het dagelijks bestuur aan dat het opschortingsbesluit aangetekend was verzonden en dat er een afhaalbericht was achtergelaten. Echter, de Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de overgelegde track & trace-gegevens niet voldoende bewijs boden dat het besluit daadwerkelijk op het adres van de betrokkene was aangeboden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de twijfel over de verzending niet voor rekening van de betrokkene mocht komen. Tevens werd het dagelijks bestuur veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene en werd griffierecht geheven.