ECLI:NL:CRVB:2021:1278
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 20/2739 NIOAW. Het hoger beroep was ingesteld door een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 juni 2020. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 131,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant was in kennis gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht en had meerdere herinneringen ontvangen, maar heeft nagelaten om tijdig te betalen. Hierdoor kon de Centrale Raad niet anders concluderen dan dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De Raad heeft besloten om zonder verder onderzoek de niet-ontvankelijkheid vast te stellen en heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.