ECLI:NL:CRVB:2021:1377

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 juni 2021
Publicatiedatum
11 juni 2021
Zaaknummer
19/4452 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenveroordeling na intrekking hoger beroep door bestuursorgaan

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Op 19 november 2020 heeft het college echter het hoger beroep ingetrokken. Namens de betrokkene, die in deze procedure vertegenwoordigd werd door advocaat mr. J.S. Vlieger, is verzocht om het college te veroordelen in de proceskosten die zijn gemaakt in verband met de behandeling van het hoger beroep. Het college heeft geen verweerschrift ingediend, en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat, volgens artikel 8:118, eerste lid, van de Awb, in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten. De Raad heeft vastgesteld dat de betrokkene redelijkerwijs kosten heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. De kosten zijn begroot op € 534,- voor verleende rechtsbijstand, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht.

De uitspraak is gedaan door A.M. Overbeeke, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken op 8 juni 2021. De Centrale Raad van Beroep heeft het college veroordeeld in de kosten van de betrokkene tot het genoemde bedrag.

Uitspraak

Datum uitspraak: 8 juni 2021
19/4452 PW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 september 2019, 19/4519 en 19/4520 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (appellant)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 19 november 2020 heeft appellant het hoger beroep ingetrokken.
Namens betrokkene heeft mr. J.S. Vlieger, advocaat, verzocht appellant te veroordelen in de proceskosten.
Appellant heeft geen verweerschrift ingediend.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:118, eerste lid, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Awb kan worden veroordeeld in de proceskosten.
Gelet hierop wordt appellant veroordeeld in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 534,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt appellant in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 534,-.
Deze uitspraak is gedaan door A.M. Overbeeke, in tegenwoordigheid van
K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 juni 2021.
(getekend) A.M. Overbeeke
(getekend) K.R. van Renswoude