ECLI:NL:CRVB:2021:1384
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herplaatsing en schadevergoeding in het ambtenarenrecht met betrekking tot de functie van Generalist GGP, Vreemdelingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de herplaatsing van een ambtenaar, betrokkene, die was aangewezen als herplaatsingskandidaat in de functie van Generalist GGP, Vreemdelingen. De korpschef van politie had betrokkene herplaatst, maar betrokkene stelde dat zij in de referteperiode ononderbroken werkzaamheden had verricht die in overwegende mate voldeden aan de niveaubepalende elementen van de functie Senior GGP, Vreemdelingen. De rechtbank had eerder het beroep van betrokkene gegrond verklaard en haar per 1 juli 2016 in de functie Senior GGP, Vreemdelingen geplaatst. De korpschef ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad oordeelde dat betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat zij in de referteperiode ononderbroken werkzaamheden had verricht die wezenlijk afweken van haar voormalige functie en die voldeden aan de eisen voor de functie Senior GGP. De Raad concludeerde dat de korpschef terecht had gehandeld en dat er geen aanleiding was om de hardheidsclausule toe te passen. Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat leidde tot een schadevergoeding van € 1.000,-, te betalen door zowel de korpschef als de Staat der Nederlanden. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van betrokkene tegen het bestreden besluit werd ongegrond verklaard.