ECLI:NL:CRVB:2021:1466

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 juni 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
20/2559 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing sollicitatie senior digitaal rechercheur wegens gebrek aan vereiste basiskennis

Op 17 juni 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant, die sinds maart 2017 werkzaam is als generalist digitale recherche bij de politie-eenheid. Appellant had op 23 augustus 2018 gesolliciteerd naar de functie van senior digitaal rechercheur, maar zijn sollicitatie werd afgewezen door de korpschef op 19 oktober 2018. Deze afwijzing werd na bezwaar gehandhaafd op 11 maart 2019. De rechtbank verklaarde het beroep tegen deze afwijzing ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.

Tijdens de zitting op 6 mei 2021, waar appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, werd de zaak besproken. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de korpschef in redelijkheid tot de afwijzing van de sollicitatie had kunnen komen. De Raad benadrukte dat de beoordeling van een bestuursorgaan in een sollicitatieprocedure gebaseerd is op de capaciteiten van de betrokkene in relatie tot de functie-eisen, en dat de rechter hierin terughoudend moet zijn. Appellant betoogde dat hij had moeten worden uitgenodigd voor een selectiegesprek, maar de Raad oordeelde dat hij niet voldeed aan de vereiste basiskennis.

De Raad concludeerde dat de korpschef de sollicitatie van appellant terecht had afgewezen en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Tevens merkte de Raad op dat het mogelijk is dat appellant bij een toekomstige sollicitatie, gezien zijn toenemende werkervaring, wel wordt uitgenodigd voor een selectiegesprek. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.

Uitspraak

20.2559 AW

Datum uitspraak: 17 juni 2021
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank [eenheid] van
10 juni 2020, 19/1367 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
de korpschef van politie (korpschef)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. N.D. Dane, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Namens de korpschef heeft mr. J.J. Blanken, advocaat, een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 mei 2021. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Dane. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Blanken en mr. R.R. van der Vegt, advocaat.

OVERWEGINGEN

1.1.
Appellant is sinds maart 2017 werkzaam in de functie van generalist digitale recherche bij de politie-eenheid [eenheid], districtsrecherche [district].
1.2.
Op 23 augustus 2018 heeft appellant gesolliciteerd naar de functie van senior digitaal rechercheur bij de districtsrecherche [district].
1.3.
Bij besluit van 19 oktober 2018, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 11 maart 2019 (bestreden besluit), heeft de korpschef de sollicitatie van appellant afgewezen.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellant zich op hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
De beslissing van een bestuursorgaan in een sollicitatieprocedure zoals hier aan de orde is het resultaat van een beoordeling van de capaciteiten van betrokkene tegen de achtergrond van de functie-eisen. Daarbij heeft het bestuursorgaan beoordelingsvrijheid. Daarom is de toetsing door de rechter terughoudend. Zij is in beginsel beperkt tot beantwoording van de vraag of het bestuursorgaan niet in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen. De Raad verwijst naar zijn uitspraak van 7 juli 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BR1576.
4.2.
Appellant betoogt dat hij uitgenodigd had moeten worden voor een selectiegesprek, omdat hij beschikt over het vereiste mbo 4 werk- en denkniveau. Dit betoog slaagt niet. Uit de functiebeschrijving van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie blijkt dat niet alleen mbo 4 werk- en denkniveau is vereist, maar ook dat de ambtenaar een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding dient te hebben gevolgd en/of werkervaring dient te hebben waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, dan wel een erkenning van verworven competenties gelijkwaardig daaraan.
4.3.
Voorts betoogt appellant dat het feit dat een andere kandidaat aan het opleidingsvereiste heeft voldaan niet betekent dat hij niet had moeten worden uitgenodigd voor een selectiegesprek. Ook dit betoog slaagt niet. Appellant is immers afgewezen vanwege dat hij niet beschikt over de vereiste basiskennis. Daar komt bij dat een uitnodiging voor een selectiegesprek nog niet met zich meebrengt dat de functie aan appellant wordt toegewezen.
4.4.
Uit 4.1 tot en met 4.3 volgt dat de korpschef de sollicitatie van appellant in redelijkheid heeft kunnen afwijzen. Dit betekent dat het hoger beroep niet slaagt en de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
4.5.
Ten overvloede merkt de Raad nog op dat hij het voorstelbaar acht dat appellant, gelet op zijn toenemende werkervaring, bij een eventuele volgende sollicitatie naar deze functie wel wordt uitgenodigd voor een selectiegesprek.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van R. van Doorn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 juni 2021.
(getekend) C.H. Bangma
(getekend) R. van Doorn